In het bestuurlijk akkoord GGZ is afgesproken dat de beddencapaciteit in de klinische GGZ in 2020 met 1/3 wordt teruggebracht ten opzichte van het niveau in 2008. De gemeenten waren geen partij bij dit akkoord.
18000 klinische bedden, waarvan 8000 GGZ B
33% reductie = 6000 bedden
Het terugbrengen van bedden kan, door het voorkomen en bekorten van opnamen, en door het afstoten van langdurend verblijf. In de praktijk wordt er een beperkte reductie gerealiseerd door het voorkomen en bekorten van opnamen. De grootste reductie zal dus gerealiseerd worden door het terugdringen van langdurend verblijf.
75% van 6000 daarvan zal vallen in de GGZ B = 4500 bedden
Het gaat hier om cliƫnten met een langdurige psychiatrische voorgeschiedenis die niet in staat zijn om zelfstandig te wonen en die in vrijwel alle gevallen ook een beroep op de bijstand zullen doen. Deze groep zal dus aanspraak doen op de WMO.
Een omgeklapt GGZ B bed kent een kostprijs van 60.000 euro per jaar. Dit komt landelijk neer op 270 miljoen per jaar
Voor een flinke centrumgemeente (ca 3%) betekent dit afbouw van 135 bedden, met jaarlijkse kosten van ruim 8 mln. euro
Er wordt per saldo niet bezuinigd op GGZ zorg. Gerichte investeringen in ambulante GGZ die ten goede komen aan mensen met langdurende problematiek blijven achter.
Gemeenten hebben bij de decentralisatie geen vergoeding ontvangen voor de wachtlijsten beschermd wonen. Deze wachtlijsten waren aanzienlijk en overschreden de daarvoor opgestelde treeknorm ruim. Ook voor het opvangen van GGZ B cliƫnten in het WMO kader zijn, en worden geen middelen ter beschikking gesteld.
Conclusie: De kosten van de extramuralisering landen vooral bij de gemeenten, die daar geen middelen voor ontvangen van het rijk.
-Dit is niet ludiek maar verdient aandacht!-